Koen Holtzapffel, voorzitter van de Banning Vereniging, werd geïnterviewd voor de nieuwsbrief van de vakcommunity van filosofiedocenten.
De Banning Vereniging zoekt de omgekeerde weg van de hijgerige politiek naar de achterliggende zingevingsvraagstukken
Menig filosofiedocent heeft in zijn boekenkast nog de Aula-pocket Karl Marx staan. Deze was geschreven door de Leidse hoogleraar kerkelijke en wijsgerige sociologie Willem Banning (1888 – 1971). Tegenwoordig kent Nederland nog een Banning Vereniging die zijn naam aan hem ontleent. Ik interviewde de voorzitter, Koen Holtzapffel.
Wat is de Banning Vereniging voor een organisatie?
Het is een vereniging die zich beweegt op het raakvlak van levensovertuiging, religie en sociaal-democratie. We voelen ons verbonden met de PvdA, zonder dat we een propagandaclub zijn van die politieke partij. We zijn voortgekomen uit de Arbeiders Gemeenschap der Woodbrookers die in 1919 werd opgericht door Willem Banning. Nog altijd ontlenen we inspiratie aan het gedachtegoed van Willem Banning en de manier waarop deze levensovertuiging verbond met politiek. Hij was een christelijk-humanistisch denker die van belang was voor het doorbraaksocialisme, maar zijn gedachtegoed hebben wij verbreed door ook aandacht te schenken aan geestelijke stromingen die nu meer van belang zijn geworden, zoals het humanisme en de islam
Wat voor activiteiten organiseert U zoal?
Wij organiseren voor jongeren een Banningleergang gericht op waardenontwikkeling. Eens in de twee jaar reiken we de Banningessayprijs uit voor mensen van 35 jaar of jonger. Ook organiseren wij tweemaal per jaar een Banningconferentie en geven wij het ledenblad Tijd&Taak uit. In dat blad diepen wij telkens thema’s nader uit, zoals ongelijkheid.
In hoeverre zoudt U de Banning Vereniging een filosofische organisatie noemen?
Het is niet direct een filosofische vereniging, maar wij behandelen wel thema’s waarin de filosofische achtergrond van politieke beslissingen een rol speelt. We zoeken naar de waarden en normen en achterliggende zingevingsvraagstukken. Daarmee kiezen wij de omgekeerde weg van de hijgerige politiek naar de waardendiscussie. Denk aan het “Dikke ik”-debat dat werd gevoerd in de Tweede Kamer. Bij dat debat betrokken deelnemers meteen hun partijpolitieke stellingen, maar veel interessanter is het om eens op een rustiger moment de discussie aan te gaan over de achterliggende waarden.
Welk onderwerp zou Uw hartenwens zijn dat bij het schoolvak filosofie aan bod komt?
Dan denk ik aan de discussie over waarden en normen bij de relatie tussen individu en samenleving. Als je tegen het doorgeschoten individualisme bent, dan roept dat de vraag op: hoe krijgt mijn leven zin en betekenis in samenhang met dat van anderen?
Zoudt U vanuit het gedachtegoed van Willem Banning ook iets kunnen zeggen over het huidige onderwerp voor het centrale examen filosofie op vwo, scepticisme?
Willem Banning was een vrijzinnig christelijk denker. In die zin was hij niet iemand die zomaar overal achteraan wenste te lopen maar iemand met een genuanceerd oordeel. Toch was hij ook niet iemand die langs de kant bleef staan onder het motto “Zoek het maar uit.” Als je scepticisme in die zin opvat, dan was Banning het tegendeel van een scepticus. Hij vond het nodig om mee te doen, maatschappelijke betrokkenheid te tonen en verantwoordelijkheid te nemen.
Zoudt U vanuit het gedachtegoed van Willem Banning ook iets kunnen zeggen over het huidige onderwerp voor het centrale examen filosofie op havo, mondiale rechtvaardigheid?
Bij mondiale gerechtigheid gaat het om betrokkenheid op macroniveau. De activiteiten van Willem Banning reikten tot in de jaren 50 en sindsdien is er natuurlijk wel wat veranderd in de wereld. In zijn tijd woedden discussies over kolonialisme en pacifisme, maar het concept van ontwikkelingssamenwerking stond nog in de kinderschoenen. Voor Banning kun je denken aan de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan. Er gaat een appèl uit van de naaste. Geen vrijheid zonder verantwoordelijkheid, geen rechten zonder plichten.
Interviewer: Walfred Haans