“Ik lijk wel helemaal gelovig als ik erover praat”
Kerstmis is nog niet in zicht als de eerste kaarten voor ‘De Matthäus’ over de toonbank gaan. Eind augustus al bericht de Nederlandse Bachvereninging over de succesvolle voorverkoop. Geïnteresseerden moeten er snel bij zijn; de uitvoering op Goede Vrijdag in Naarden is op dat moment al uitverkocht.
Niet alleen in Naarden, in iedere uithoek van Nederland wordt ieder jaar rond Pasen Bachs meesterwerk weer opgevoerd. Wat is de aantrekkingskracht van een muziekstuk met christelijke wortels in een tijd van kerkverlaters?
La mort de l’auteur
In de zestiger jaren van de vorige eeuw schreef de Franse cultuurwetenschapper Roland Barthes een essay onder de titel ‘La mort de l’auteur’. In het artikel stelt hij dat de auteur zijn traditionele functie als anker of referentiepunt verloren heeft. Waar de auteur voorheen gezien werd als de ‘goddelijke schepper’ die betekenis geeft aan een tekst, bepaalt nu het referentiekader van de lezer de betekenis: ‘La mort de l’auteur, c’est la naissance du lecteur’.
Deze verschuiving van autoriteit is niet alleen zichtbaar op het gebied van de kunsten zoals muziek en literatuur, maar ook als het gaat om religiositeit: zingeving is niet meer vanzelfsprekend geënt op een autoriteit van buitenaf zoals god of de kerk. Zingeving komt van binnenuit. Individuen bepalen zelf de weg om hun leven van zin en betekenis te voorzien.
Transformatie
Lange tijd werd gedacht dat religie zou verdwijnen uit de samenleving. Nu spreekt men niet meer van de verdwijning, maar van een transformatie van religie. Het vaste stramien van de kerk heeft plaats gemaakt voor openheid en eigen inbreng. Kerkverlaters ontdekken hun eigen autoriteit op het gebied van zingeving en religiositeit. Voor zingeving kan geput worden uit verschillende tradities en tijden, niet gehinderd door dogmatische of andere traditionele grenzen.
De transformatie van religie is een proces dat nog steeds voortduurt. Wetenschappers blijven zoeken naar kaders om deze transformatie te duiden en te definiëren. Ondertussen duurt ook de zoektocht naar een nieuwe religieuze identiteit voort. Het gemis van een vaste, gemeenschappelijke structuur die richting en betekenis geeft, is nog steeds voelbaar. Aan de ene kant lonkt de vrijheid van het individu, aan de andere kant de behoefte aan vanzelfsprekendheid en deel uitmaken van een groep.
In gesprek
Wat maakt dat de Matthäus Passion nog zo in trek is in deze tijd van transformatie? Om dit te achterhalen, ging ik in gesprek met bezoekers van de Matthäus. Boeiende, persoonlijke gesprekken waarin zij uitlegden wat het muziekstuk voor hen betekent. Een duidelijk antwoord op mijn vraag vond ik niet, maar ik realiseerde me wel dat alle verhalen samen een fascinerend beeld schetsen van het transformatieproces. De verhalen laten zien hoe christelijke wortels en religieuze structuren nog steeds een rol hebben, ook voor mensen die niet (meer) gelovig zijn.
Niet alleen ‘exotische’ religies zoals het boeddhisme of nieuwe vormen van religiositeit dienen als inspiratiebron voor het samenstellen van een persoonlijke bron van zingeving; juist ook de christelijke traditie kan dienen als houvast. In de praktijk wordt teruggegrepen naar vertrouwde kaders. Het bezoeken van de Matthäus Passion in de Lijdenstijd is daar een mooi voorbeeld van.
Vast moment
In het buitenland neemt men het niet zo nauw met het moment waarop de Matthäus Passion wordt opgevoerd. In Nederland gebeurt het steevast rond Pasen, traditioneel op Goede Vrijdag. Die vaste uitvoeringspraktijk wijst op een zekere continuïteit van de christelijke traditie. Hoewel steeds minder mensen ‘naar de letter’ geloven, blijft soms wel de behoefte om invulling te geven aan Pasen of Kerst. In de gesprekken werd de Matthäus Passion vaak in een adem genoemd met het Weihnachtsoratorium.
De vanzelfsprekendheid van de Matthäus Passion op een vast punt in het jaar biedt een solide basis voor een doorstart in een nieuw jasje. Juist door de duidelijke identiteit van het muziekstuk en haar vaste plaats in de jaarkalender is de Matthäus Passion een evenement waar naar kan worden toegeleefd en waaraan persoonlijke herinneringen kunnen worden opgehangen.
Respect
Christelijk of niet, vrijwel alle Matthäus-gangers die ik heb gesproken benadrukten dat het Lijdensverhaal voor hen niet zomaar een verhaal is: zij beschreven het als een bijzondere vertelling, zonder de christelijke ‘waarheidsclaim’. Breed gedeeld is het idee dat er een zeker respect vanuit gaat: “Dit is een verhaal dat al groots was, al lang voordat Bach überhaupt geboren werd. Dit is anders, anders dan een avondje naar de opera.”
Soms waren de luisteraars verrast door hun eigen uitspraken. Zo werd tijdens de interviews meer dan eens genoemd dat applaus ongepast, zelfs ongewenst is. “God zelf is daar ten grave gedragen. Je kunt dan niet… ik lijk wel helemaal gelovig als ik erover praat. Dat valt me nu pas op.” De gewoonte om niet te applaudisseren na een opvoering van de Matthäus Passion, bevestigt het breedgedragen gevoel van respect. Die notie van respect is voor sommigen een gevoel dat ze rationeel niet goed kunnen plaatsen. “Dat is eigenlijk gek he, voor iemand als ik die dan niet gelovig is, dan zou het me eigenlijk niet moeten uitmaken. Maar dat doet het wel.” Het is een interessant gegeven dat de christelijke thematiek op de achtergrond een rol blijft spelen, al zijn zij zich daar als luisteraar niet altijd van bewust.
Verbinden
Het lijdensverhaal bevat universele thema’s die voor iedereen herkenbaar zijn: verraad en verdriet, liefde en hoop. Vanwege de herkenbare thematiek, kunnen veel luisteraars de muziek koppelen aan hun eigen ervaringen en ideeën. Eén van hen beschrijft het luisteren naar de Matthäus als een meditatief moment. Voor een ander krijgt het de vorm van een jaarlijkse herdenking van een overleden dierbare. Een jonge man refereert aan de tijd dat hij nog kerkelijk was. Gebroken met het geloof – tot hij de Matthäus hoort: “Dat ik dan weer denk: het is waar, het is toch allemaal waar, en dan kan ik echt met tranen in mijn ogen zitten luisteren.”
In ieder gesprek kwam naar voren hoe de luisteraar zich de muziek had toegeëigend, verbonden aan eigen ervaringen. Als zodanig is de vaak jaarlijkse gang naar de Matthäus Passion geen uitgeholde traditie, maar houdt ze betekenis voor haar luisteraars.
Het muziekstuk kan intens persoonlijk beleefd worden. Maar in de kerk of het theater is er de mogelijkheid de persoonlijke beleving te overstijgen tot iets wat misschien een collectieve ervaring genoemd zou kunnen worden. Te luisteren naar dezelfde muziek op dezelfde locatie en – ieder jaar – hetzelfde moment. Zolang de muziek duurt, maken alle aanwezigen deel uit van een groter geheel. Het gaat om een tijdelijke gemeenschap, waardoor het individu niet in de verdrukking komt, maar zijn eigen identiteit behouden kan. Wellicht schuilt hierin de kracht van de Matthäus Passion.
Door Eline Veldt