Over zingevende gespreksvoering in het maatschappelijk werk
“Soms vraag ik me af of het leven nog nut heeft”, luidt de titel van een artikel in Metro nieuws. Het stuk gaat over het aangrijpende verhaal van de familie Schonewille, die in de financiële nood zit door schuldenproblematiek. Vader Hendrik en moeder Caroline zijn de wanhoop nabij en het is nauwelijks mogelijk om hun dochter Sanne (8) te onderhouden. Ze ontvangen schuldhulpverlening van maatschappelijk werker Trosh, die contact opneemt met schuldeisers en deurwaarders op afstand houdt. “Dankzij Trosh komt er enigszins rust in onze tent”.
Zou Trosh, naast het schuldsaneringstraject, ook stilstaan bij de zingevingsvraag van Hendrik? Niet alleen Trosh, maar veel maatschappelijk werkers kampen met casuïstiek waar geen (directe) oplossingen voor zijn. Ze hebben de neiging om zingevingsvragen van cliënten te vermijden of directe oplossingen aan te dragen. Zingevingsvragen komen naar boven wanneer iemand geconfronteerd wordt met de grenzen van het bestaan, zogenaamde “grenservaringen”. Binnen schuldhulpverleningstrajecten kunnen de grenservaringen van cliënten zo op de voorgrond komen te staan, dat het van groot belang is om de hieruit ontstane levensvragen aan de orde te stellen.
Cliënten kunnen weer aandacht krijgen voor geluk, zelfrealisatie en maatschappelijke integratie wanneer maatschappelijk werkers een latente modus ontwikkelen waarin zij als werkers de pijn en wanhoop van de cliënt verdragen en uithouden. Door als rolmodel te fungeren en aanwezig te blijven bij wat er op dat moment is, ontstaat bij de cliënt ruimte voor zelfcompassie en een constructievere houding aangaande de werkelijkheid en het toekomstbeeld. Wanneer iemand de zin en betekenis van zijn handelen onderzoekt, zal hij een grotere mate van zelfkennis verkrijgen en leert hij omgaan met persoonlijke mogelijkheden en grenzen.
Stiltetolerantie
Deskundigheidsbevordering voor maatschappelijk werkers op het gebied van zingevende gespreksvoering begint bij de opleiding en het ondersteunen van aspirant werkers om te oefenen met casuïstiek waar geen directe oplossingen voor zijn. Binnen zingevende gespreksvoering worden dit “trage vragen” genoemd. Gesprekken over de zingevingsvragen van de cliënt hoeven echter niet eindeloos te duren. Soms gaat het simpelweg om het bieden van erkenning van iemands worsteling of twijfel. Juist die erkenning is voor cliënten heel belangrijk en heeft een positieve weerslag op de samenwerkingsrelatie met de maatschappelijk werker. Erkenning gaat vaak hand in hand met het vergroten van je “stiltetolerantie”, met kunnen en durven zwijgen en vanuit een niet-wetende houding de vragen van de cliënt serieus nemen en bespreken. De reparatiereflex die we allemaal in ons dragen omzetten naar diep luisteren vanuit mededogen met je gehele aanwezigheid – dat is stiltetolerantie. Er zijn verschillende methodieken (zoals mindfullness) die zicht geven op de eigen interne dialoog en zinbeleving en zo de basis leggen voor het ontwikkelen van die latente modus.
Zingevingsvragen kunnen als werker het beste worden ontvangen wanneer je volledig aanwezig bent in je lichaam, zodat je contact blijft houden met jezelf en je eigen referentiekader. Wanneer jij je veilig voelt in je lichaam, waarin emoties en gevoelens naar boven mogen komen zonder oordeel en neiging om te repareren, geef je de cliënt ruimte om hetzelfde te kunnen doen. Als je vanuit zelfcompassie kunt blijven bij wat er is en delen die je wilde vermijden toch kunt integreren, ontvouwt je nieuwe pad zich als vanzelf.
Door Marieke van der Leijé