Je maximaal inspannen voor de ander.
We spreken Marinka Mulder wanneer ze onlangs is gestopt als wethouder voor de PvdA in Renkum en net gestart is als directeur-bestuurder van PAS, die in Arnhem kansengelijkheid en onderwijsondersteuning biedt. Marinka is lid van het landelijk partijbestuur. Op de vraag naar haar eigen levensbeschouwelijke achtergrond geeft Marinka aan dat ze niet gelovig is opgevoed. Haar ouders hadden een christelijke opvoeding gekregen, maar die gaven dat niet door. Zodoende kende ze de kerk alleen van Kerstmis bij opa en oma. Dat veranderde toen ze een paar jaar geleden een leiderschapsleergang ging volgen.
Door Egbert de Vries

Een leidinggevende van haar toenmalige werk had die leergang aangeraden. Ze dacht aanvankelijk dat het een leergang zou worden zoals er zoveel zijn, met theorie over leidinggeven en oefeningen om die in de praktijk toe te passen. “Maar deze ging veel meer over wat jou richting geeft, en intrinsiek motiveert. De vraag die centraal stond was ‘Hoe gaan wij met elkaar om?’ En dat greep mij eigenlijk wel. ‘Wat geeft jou richting in het leven en houvast bij tegenslag of geluk?’ In het begin riep dit weerstand bij me op, maar uiteindelijk heb ik van deze aanpak veel meer geleerd hoe je jezelf kunt zien in een leidinggevende positie.”
Na deze leergang ging Marinka op zoek naar wat haar richting geeft en kwam ze bij dat onderzoek bij de Bijbel uit die ze voor het eerst ook ging lezen. Bijzonder, want ze had geschiedenis gestudeerd en daarbinnen onderzoek gedaan naar het ontstaan van het Christendom – meer vanuit een historisch perspectief. “Ik had de Bijbel nog nooit benaderd met ‘wat betekent dit voor mij?’” En nu leest ze regelmatig de Bijbel en probeert ook iedere dag te luisteren naar de podcast ‘Eerst dit’ van de EO. Deze podcast geeft een overdenking bij een Bijbeltekst en eindigt ook met een vraag. “Centraal staat de vraag hoe Jezus leidinggeeft in jouw leven. Ik vroeg me af, voel ik mij hier comfortabel bij – en dat was vrij vlot het geval. Daarna ging ik de Bijbel erbij pakken en opschrijven wat het voor mij betekent.”
Dit speelde in tijd van corona, en toen was het dus minder makkelijk om er met anderen over te spreken. “De kerken waren dicht en ik vond het sowieso ingewikkeld. Hoe doe je dat, naar een kerk gaan?” Ook nu kan Marinka zich nog niet goed plaatsen in een bepaalde kerkstroming. Ze is bij veel kerken geweest en heeft ook de alphacursus gevolgd, bedoelt om op een ontspannen manier te ontdekken wat het christelijk geloof inhoudt. Daarna heeft ze een opleiding gedaan om anderen daarin te begeleiden. “Het kerkgebouw is niet mijn thuisbasis. En veel conventies en gebruiken ken ik niet. Dan voel je je toch al snel een buitenbeentje. Ik ben dus nog wel zoekende, naar welke kerk bij mij hoort. Maar ik heb het mezelf niet opgelegd. In het begin dacht ik ‘O, dat moet echt.’ Maar inmiddels ben ik erachter gekomen dat dat onzin is. Het hoeft niet. Het is fijn om geloof te delen, maar het is ook echt wel iets persoonlijks.”
‘Wat er enorm mooi aan is, is het enorme vertrouwen dat je er mag zijn.’
Haar keuze voor levensbeschouwing is dus ontstaan toen Marinka al lang politiek actief was als volksvertegenwoordiger en bestuurder. Dat werpt de vraag op hoe deze verandering haar politieke werk heeft beïnvloed. “Het heeft mij als mens beïnvloed, dus ook in mijn werk. Wat er enorm mooi aan is, is het enorme vertrouwen dat je er mag zijn. God vraagt je om je maximaal in te spannen voor de ander. Dat heeft mij richting én vertrouwen gegeven. Het betekent niet een vertrouwen dat alles wat je doet, goed is. Je wordt juist uitgedaagd om te reflecteren op dat wat je doet, of het ook goed is. Het geeft je een stabiele basis.”
“Dus neem ik mij ieder dag voor: ‘Wat geeft God mij mee voor deze dag en welke richting?’, ‘Wat is mijn houvast voor deze dag?’ Dat kunnen verschillende dingen zijn. De tijd nemen, goed luisteren, de ander te zien zonder te oordelen. Het heeft mij veel gebracht in de contacten met anderen in mijn wethouderschap.”
Hoe dat haar veranderd heeft ten opzichte van tien jaar geleden? Politiek is een vak van grote verantwoordelijkheden. “Je voelt dat je iets moet zijn waar je je niet altijd comfortabel bij voelt. En dat je dus enorm je best moet doen. Dat voel ik nu nog steeds, maar ik heb nu ook het gevoel dat ik daarin helemaal mezelf mag laten zien daarin. Het is nu meer in balans. Maximaal je best doen voor de ander, vanuit je functie, en tegelijk het vertrouwen voelen dat je dat niet alleen hoeft te doen. Ik denk dat dat het grootste verschil is.”
En de anderen, haar fractiegenoten en collega’s, hoe hebben die gereageerd op deze ontwikkeling? “In het begin vond ik het leuk om er over te praten. Maar soms kreeg ik een minder enthousiaste reactie. ‘Zo’n moderne vrouw en dan deze keuze’, die reacties heb ik ook wel gehoord. Mensen willen het er ook niet altijd over hebben. Bijvoorbeeld omdat zij zichzelf ontworsteld hebben aan een geloof wat voor hen niet positief was. Wat mooi was, dat andere collega’s die zelf naar de kerk gingen, het daar ook ineens over gingen hebben. Daar heb ik veel aan gehad. Ik werd uitgenodigd bij een kleine kerkgemeenschap een zondag mee te eten, dat was een leuke ontmoeting. En verder heel veel mensen die het gelukkig helemaal niets uitmaakt. Die denken; Oké, het is goed.”
Specifiek binnen de PvdA lijkt de acceptatie er te zijn. “Er zijn best veel gelovige PvdA’ers, niet allemaal christenen. Ik vind dat wel heel erg bij ons passen. De Banning Vereniging is er ook al een hele tijd. Ik denk dat niet-PvdA’ers er eerder vreemd van opkijken. Dat is dan meer het beeld dat over de PvdA bestaat.”
Marinka heeft haar wethouderswerk niet heel anders aangepakt. Maar ze is zich wel bewuster van de relatie die je met anderen aangaat, met een inwoner, of in de raad, of met de collega’s in het College. “Misschien ben ik ook wel principiëler geworden in dat we het met elkaar moeten doen.” Dat brengt ons bij de vraag of dit ook effect gehad heeft op haar besluit om te stoppen als wethouder. Dat vindt Marinka moeilijk om te beoordelen. “Ik ben mij wel bewuster geworden van mijn eigen grenzen. Of welke waarde ik belangrijk vind in mijn werk, en in mijn leven. Dat heeft er misschien wel aan bijgedragen. Dat ik uiteindelijk dacht; Ik kan dat op deze plek nog moeilijk verdedigen naar mijzelf. Welke consequentie moet ik daar dan uit trekken?”
‘Misschien ben ik ook wel principiëler geworden in dat we het met elkaar moeten doen.’
Dit was niet op één moment. Ze had het ongemak al eerder ervaren, maar het was nu minder goed weg te stoppen. ‘Ben ik mij er dan meer bewust van geweest? Ik ben bewuster gaan bedenken: wat zijn mijn waarden en hoe kan ik daarmee richting geven aan mijn werk en alles eromheen.’ Het is niet zo dat dit altijd lastig is in politiek werk. Het ging er meer om dat Marinka zelf niet meer wist hoe ze zich ertoe kon verhouden op een manier waarop ze het nog naar zichzelf kon verantwoorden. “Er zijn veel meer mensen die waarde gedreven politiek bedrijven, zo in het leven staan en een modus hebben gevonden. Er moet een modus zijn om dit goed te kunnen doen, alleen ik heb die niet gevonden.”
Marinka geeft het voorbeeld van een raadslid in Renkum, dat van huis uit gelovig is, een heel moeilijke tijd heeft gehad in haar fractie. Zij voelt echter dat het heel erg de opdracht van God is om dat ambt te blijven vervullen. Zo kun je ook in het leven staan. Dat heeft zij ook met haar besproken. “Ja, we zijn daar best wel open over geweest, want ik voel dat niet zo. Ik geloof niet dat God de functieverdeling maakt.” Dat brengt ons gesprek op roeping. Voel je een roeping? Marinka geeft aan dat één van haar favoriete Bijbelteksten Romeinen 12 is over de roeping van Paulus, “dat je geroepen wordt om te doen waar je goed in bent en dat in te zetten voor de Gemeente of de gemeenschap.” Maar dat inzetten kan natuurlijk op verschillende plekken in de samenleving.
Op de vraag of Marinka in haar werk als wethouder dilemma’s is tegengekomen waar haar levensbeschouwelijke waarden botsten met de uitvoering, geeft ze aan dat dit op de inhoud niet het geval is. Natuurlijk zijn er dossiers geweest waarbij er zaken aan de orde kwamen die niet overeenkomen met waarden waar je voor staat, maar dan is het politieke werk om ervoor te zorgen dat we uiteindelijk daar wel toe komen. “Als je mij vraagt, was er zo’n conflict? Dat ik eigenlijk niet kon dragen vanuit mijn geloof? Dat was niet aan de orde, nee. Ik heb weleens gedacht, ‘dat is geen optimaal besluit’, maar heb dat nooit verbonden aan mijn geloof. Misschien omdat het voor mij nog relatief nieuw is.”
Dan is het de vraag of het onderwerp voldoende aandacht krijgt in de partij. Wat Marinka betreft kan er überhaupt meer aandacht zijn voor het inhoudelijk gesprek in de partij. De partij, de vereniging zou een plek moeten zijn waar je elkaar ontmoet voor een gesprek. We laten ons leiden door actualiteit, maar nemen geen tijd voor onderwerpen die ook belangrijk zijn. “Waarom doen we dingen die we doen? Die vraag komt door alle onderwerpen die ook belangrijk zijn, weinig tot zijn recht. Begrijpelijk, maar wel jammer.”
Marinka Mulder (1989) studeerde geschiedenis en staatsinrichting aan de Hogeschool Utrecht. Ze gaf les, werkte voor de PO-raad en was 6 jaar wethouder voor de PvdA in Renkum.
Dit artikel verscheen eerder in het decembernummer van Tijd&Taak