De Banning Vereniging, die eerder Vereniging voor Zingeving en Democratie (Zingeving.net) en nog eerder Arbeiders Gemeenschap (AG) der Woodbrookers heette, is aanvankelijk gevoed uit twee stromingen: de Blijde Wereld en de Woodbrookers.
Blijde Wereld
De Blijde Wereld-beweging ontstond in 1902 en streefde naar een ontmoeting tussen christendom en socialisme, die men zag als de ware gidsen op de weg naar een blijde, betere, gelukkiger wereld. De keuze van de grondleggers, enige vrijzinnige Friese dominees, was ten diepste (christelijk) godsdienstig gemotiveerd: “De aarde is des Heren”. Daarom dienen haar vruchten aan allen toe te vallen; het socialisme is het maatschappelijk systeem dat dit het beste kan verwezenlijken. De middelen die deze beweging hanteerde waren de uitgave van een blad, De Blijde Wereld, en van brochures en de organisatie van bezinnings- en ontmoetingsdagen.
Woodbrookers
De Woodbrookers ontstonden in 1908 als organisatie van oud-reünisten, die hun ervaringen in het Quakerscentrum Woodbrooke in Engeland gemeenschappelijk hadden. Zij begonnen in de geest van dit centrum met het organiseren van cursussen en ontmoetingen, die een sterk dialogisch karakter hadden, dat wil zeggen het naar elkaar luisteren, argumenteren, het samen zoeken. We zouden nu zeggen, dat het om een specifieke vorm van vormingswerk ging, die toen betrekkelijk nieuw was. De AG, opgericht in 1919, was een werkverband binnen de Woodbrookersvereniging, dat zich specifiek richtte op arbeiders. Zij wilde de arbeidersbeweging in religieuze zin dienen. De middelen die de AG hanteerde waren cursussen en ontmoetingen, aanvankelijk alleen in Barchem (Graafschap) maar later ook in Bentveld bij Haarlem en Kortehemmen (Friesland), en de uitgave van een blad vanaf 1932: Tijd en Taak, waarin het blad De Blijde Wereld opging.
SDAP en PvdA
Individuen uit beide bewegingen bewogen zich meer of minder actief in de SDAP, de voorloper van de PvdA. Bijvoorbeeld dominee J.A. Bruins Jr., die bij de beginselprogrammadiscussie van 1912 een rol speelde. Door zijn interventie werd de formulering van de veroordeling van het kapitalisme zodanig dat daarin ook een ethische motivering werd opgenomen (“zedelijk veroordeeld”). De belangrijkste rol is gespeeld door prof. Banning: hij droeg er in belangrijke mate toe bij dat de heroriëntatie van de SDAP vorm kreeg door op te komen voor een expliciet ethische fundering van het socialisme (gerechtigheid, gemeenschap, verantwoordelijkheid), voor sociologische verbreding (niet ‘alleen’ de arbeidersbeweging’, maar een volksbeweging, die ook andere sociale groepen omvatte) en voor een ideologische verbreding (niet het orthodox marxisme, maar een ethische fundering, die door mensen met verschillende maatschappelijke en levensbeschouwelijke achtergronden invoelbaar en te onderschrijven was: zo konden zij uit hun zuilen breken en met anderen politiek samenwerken in een partij – de Doorbraak/PvdA.
Ook leerlingen van Banning, als L.H. Ruitenberg en A. van Biemen, werkten in deze geest en maakten deel uit van het partijbestuur van de PvdA. Van Van Biemen moet nog nadrukkelijk zijn muzikale en kunstzinnige belangstelling genoemd worden, die ook doorwerkten in zijn cursuswerk op Bentveld. Overigens had het blad van de AG, Tijd en Taak, altijd doelbewust een gedicht in elk nummer.
Perspectieven, keuzes en methode
De Blijde Wereld en de AG ontstonden in een tijd die anders was dan de onze: dominant was de sociale kwestie en later de vragen van oorlog en vrede en de strijd tegen de totalitaire machten. Kerk en christendom hadden een veel grotere plaats in de samenleving dan nu. De actualiteit van de historie is te zien in de perspectieven van waaruit men werkte, de grondkeuzes die men daarbij maakte en de methode die men hanteerde. Te noemen zijn, zonder naar volledigheid te streven:
– Het streven naar een betere wereld, met andere woorden: maatschappelijk en politiek engagement.
– De verbinding met concrete politieke en maatschappelijke bewegingen, in die tijd de socialistische arbeidersbeweging en de SDAP. Deze verbinding was kritisch-solidair. Zo kon ook en belangrijke bijdrage geleverd worden aan de vernieuwing van het socialisme, dat voor de Tweede Wereldoorlog min of meer in een vastgelopen situatie terecht was gekomen.
– De religieuze en ethische fundering. Kernwoorden: religie, meer specifiek christelijk geloof, gerechtigheid (hetgeen een keuze inhoudt voor mensen en groepen die onderdrukt worden of zich anderszins in knelsituaties bevinden), individu-gemeenschap (het individu kan alleen meer mens worden in relatie tot anderen en in verantwoordelijkheid voor de samenleving) en in het verlengde hiervan het centraal stellen van de vraag: ‘Wat dunkt U van de mens?’ , dat wil zeggen doorvragen naar mensvisies, en de nadruk op geestelijke waarden.
– De methode van de dialoog: het zich gezamenlijk bezinnen op concrete situaties, waarbij er ruimte is voor een ieder zijn of haar visies en diepste motieven in te brengen, zodat er een gezamenlijk leerproces kan ontstaan waarbij ook geestelijke groei plaatsvindt en mensen leren omgaan met ethische vragen (‘religieuze opbouw’, medemenselijkheid en ethiek). Overigens is daarbij verantwoorde informatie en analyse noodzakelijk: geen vorming zonder vermeerdering van kennis en inzicht. Ook de cognitieve en intellectuele aspecten dienen tot hun recht te komen, niet ‘alleen’ het gevoel.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw werden de vormingscentra afgestoten en kocht de Vereniging het politiek, cultureel en religieus centrum de Rode Hoed te Amsterdam. De Vereniging AG der Woodbrookers ging in 1995 op in De Rode Hoed. Daarna echter, in 1999, vond er een defusering plaats. De oorspronkelijke vereniging AG der Woodbrookers ging toen onder de naam ‘Vereniging AG – Trefpunt voor zingeving en democratie’ (afgekort ‘Vereniging voor Zingeving en Democratie’ of ‘Zingeving.net’) weer zelfstandig verder. Deze vereniging bestaat nog steeds, zij het nu onder de naam ‘Banning Vereniging voor levensovertuiging, religie en sociaaldemocratie’. De halfjaarlijkse conferenties van de vereniging vinden plaats in de Rode Hoed.