Essays, zo heeft de Franse schrijver Jean Paul eens opgemerkt, zijn eigenlijk dikkere brieven aan vrienden. Indachtig die gedachte een brief aan de vereniging. Terugschrijven? Neem contact op met de redactie.
Beste mensen,
Facebook is nog een puber, en Google is net 21 en volwassen geworden. Zo jong en toch zo groot. Want deze bedrijven behoren inmiddels tot de grootste bedrijven ter wereld, gemeten naar beurswaarde, tezamen met drie andere Amerikaanse tech-giganten: Amazon, Apple en Microsoft. Het is niet alleen dat ze in de wereldeconomie een machtige positie innemen, maar ook in de politiek en in de samenleving. Zo heeft Facebook zo’n 2,3 miljard en YouTube (Google) 1,9 miljard gebruikers. De jongeren onder de bedrijven hebben grote invloed, zeker op jongeren.
Mijn oudste zoon heeft me ooit het verschil tussen Snapchat en Instagram uitgelegd: de eerste is hoe het leven is, de laatste hoe het leven zou moeten zijn. Dat is een duidelijk, maar heeft voor mij toch meer vragen opgeroepen dan beantwoord. Mij aan het denken gezet. Is het niet zo dat meer dan voorheen jongeren beelden van een geslaagd, succesvol leven voorgeschoteld krijgen? Op Instagram – Facebook is onder jongeren niet zo populair – staan de foto’s van hippe, frisse, goedlachse, vrolijke mensen die met elkaar zijn, op een bijzondere plek verkeren of een waanzinnig gebeurtenis meemaken. Zo beschouwd is het leven een aaneenschakeling van gedeeld geluk. En is het niet zo dat meer dan voorheen jongeren de druk van de eigen verantwoordelijkheid voor een geslaagd leven voelen? Als ik spreek met docenten, zien velen een verband met de toename van scholieren en studenten die overspannen worden of burn-out raken. Het lijkt erop dat deze tegenslagen steeds vroeger in het leven plaatsvinden. Het lijkt erop dat de frustratie over het eigen onvermogen om het leven ook een aaneenschakeling van gedeeld geluk te maken een deel van de jongeren nu al parten speelt. Er is op Instagram en andere sociale media geen ruimte voor geduld en doorzettingsvermogen, voor verwarring en twijfel, en alles wat nodig is om te durven investeren in later en om te accepteren dat niet elk periode van het leven bij Instagram past.
Het zijn niet alleen jongeren die de druk van eigen verantwoordelijkheid voelen. Steeds meer mensen hebben geen vast dienstverband en zijn deel geworden van de kluseconomie waarin ze per klus betaald krijgen. Een Uber-chauffeur krijgt een beoordeling en geeft de klant ook een beoordeling. Zoals een restaurant afhankelijk is van de beoordeling op Tripadvisor of in Google Maps, zo zijn zij, en wij, deel van een economie geworden waarin publieke reputatie van groot belang is. Het aantal volgers op LinkedIn, het aantal likes op Facebook, de beoordelingen op websites. We staan in de etalage want we zijn te koop.
Yuval Harari stelt dat de voortgaande veranderingen in technologie, economie en samenleving het steeds onwaarschijnlijker maken dat we gedurende het hele leven één beroep hebben. Waarvoor we in de vroege jaren leren en waarin we in de latere jaren werken. Mensen zullen over hun leven verschillende werkzaamheden hebben en dus ook een bijpassende publieke reputatie moeten hebben. Harari’s advies aan jongeren is dan ook om ‘licht’ door het leven te reizen. Hecht niet te zeer aan wat je nu doet en daarmee aan wat je nu bent. Er komt een moment om dat los te laten. ‘You will have to repeatedly let go of some of what you know best, and learn to feel at home with the unknown. Unfortunately, teaching kids to embrace the unknown while maintaining their mental balance is far more difficult than teaching them an equation in physics or the causes of the First World War.’
Nog verrassender dan dat Facebook en Google zo snel zo groot zijn geworden, is het gebrek aan reactie daarop. Waarom laten we een commerciële gigant volledig bepalen wat kinderen en jongeren te zien krijgen op Youtube? Waarom kan Facebook zo lang ontkennen een uitgever te zijn en feitelijk meewerken aan nepnieuws (en beïnvloeding van verkiezingen)? Waarom zijn er uitgebreide discussies over het curriculum van de studie economie, maar is er nog weinig aandacht voor mentale weerbaarheid onder jongeren? Deze en andere vragen zijn relevant in de datasamenleving en de kluseconomie.
Juist sociaal-democraten zou de concentratie van geld en macht zorgen moeten baren. De spreiding ervan is juist een klassieke opgave. Misschien wel meer dan ooit, nu de techreuzen onze data voor hun winsten willen benutten. De opdracht is klassiek, de antwoorden zullen nieuw moeten zijn.
Onze pubers moeten de ruimte krijgen hun eigen weg in het leven te vinden, met alle fouten en tegenslagen die daarbij horen. Maar om die ruimte te geven zullen de ander pubers, die zo jonge maar zo grote techreuzen, tot volwassenen gedrag aangezet moeten worden.
Paul Tang