Veel lokale politici zullen het wellicht herkennen: de laatste formele vergadering van het jaar wordt een soort marathon met alles wat nog afgemaakt moet worden voor de feestdagen en het bijbehorende reces. Vorige week was het bij ons ook zover: een bijna 13 uur durende zitting in het Limburgs Parlement. En hoewel iedereen aan het einde van de dag helemaal gaar was, begon deze dag bijzonder. Voor het eerst hebben de Provinciale Staten van Limburg namelijk in het Limburgs gedebatteerd, over de Limburgse taal. In de provinciale politiek gebeurt het niet vaak dat we praten over zaken die zo dicht raken aan de identiteit van mensen. En hoewel je dan misschien verwacht dat het leidt tot grote tegenstellingen en loopgraven, gebeurde er juist het tegenovergestelde.
Dat had nog wat voeten in de aarde: politieke vergaderingen in Nederland moeten namelijk voor iedereen toegankelijk te zijn in de bestuurstaal. Voor een democratie is het nodig dat iedereen kan volgen hoe besluiten genomen worden. Als oplossing zaten er in de tolkencabines (een erfenis van de Europese top in 1991 voor het Verdrag van Maastricht) twee tolken die het debat in het Nederlands vertaalden en kregen we allemaal een koptelefoon. Met elkaar debatteren in het Limburgs is overigens gemakkelijker gezegd dan gedaan, want hét Limburgs bestaat niet. Vrijwel elk dorp of elke stad heeft zijn eigen dialect.
Ik hoefde (gelukkig) niks te zeggen, na 18 jaar in Maastricht vond ik het al heel wat dat ik bijna alles kon verstaan (alleen voor het Kerkraads ging de koptelefoon even op). Maar ik vond het wel ontzettend mooi om naar de persoonlijke verhalen van collega’s te luisteren, want zo werd het nog eens extra duidelijk hoe belangrijk dialect is voor veel Limburgers. Zoveel warmte en passie over een onderwerp in zeldzaam in de politiek.
“Waar ik ook ben in de wereld, als mijn familie belt is Limburgs de voertaal en acuut thuisgevoel. Op de mooiste en verdrietigste momenten in mijn leven, was en is het Limburgs de enige taal waar ik woorden vind”, vertelde een collega van D66 in het Mielders. “Het is de taal van mijn hart, daar ben ik in opgegroeid en daar druk ik me het liefste en makkelijkste in uit. Daar kan ik mijn gedachtes en emoties het beste in kwijt. Ook op papier en in de app, gewoon zoals ik denk dat ik het moet schrijven. Daar is geen taalbeleid of beschermingsstatus aan te pas gekomen”, aldus een collega van het CDA in het Heldens. “Limburgs is niet zomaar een taal, het is onderdeel van wie we zijn, waar we zijn geweest en ook van waar we naartoe gaan. Waar in het verleden door verschillende machtshebbers werd neergekeken op ons plat, wordt vandaag de taal van de mensen uit Limburg onderdeel gemaakt van onze democratie” zei mijn PvdA-collega Lisa Wolters trots (maar dan greuëtsj in het Susters).
Het Limburgs leeft. In geen enkele andere provincie in Nederland worden de dialecten zo veel gebruikt of luisteren zovelen naar muziek in de streektaal. Volgens het Hoes veur ’t Limburgs spreekt ongeveer 78% van de 1,1 miljoen Limburgers ‘plat’. Tegelijkertijd neemt het aantal gebruikers van de streektaal wel behoorlijk snel af. In 2021 bleek uit onderzoek van Veldeke Limburg, dat dat in de jongst gemeten leeftijdsgroep (18-34 jaar) slechts 52% vloeiend dialect sprak. En dat baart zorgen. “Als de streektaal eenmaal weg is, is die ook voor altijd verloren”, waarschuwt Thea Jetten van GroenLinks (in het Venloos).
Daarom dus nu dit gebat. Het Uitvoeringsprogramma Limburgse Taal gaat 1,1 miljoen euro per jaar kosten. Dat geld gaat onder meer naar cultuur, onderwijs en een bewustwordingscampagne. Ook wordt bekeken of Limburg een hogere Europese erkenning voor de streektaal kan aanvragen. Met een hoger status, vergelijkbaar met het Fries, komen er meer verplichtingen en zal ook het Rijk geld moeten investeren in het Limburgs.
Volgens Gouverneur Emile Roemer (die trouwens al een tijdje Limburgse les volgt) is de Limburgse taal “een schat die we moeten bewaren”. “Het Limburgs is meer dan alleen woordjes; het is onze eigen identiteit, geschiedenis en cultuur. Door het Limburgs door te geven, versterken we de saamhorigheid. De taal is een brug tussen het verleden en de toekomst.” En dat is denk ik de reden dat iedereen zo enthousiast werd. In rumoerige tijden zijn mensen meer bezig met hun identiteit. Limburgs is onderdeel van wie we zijn maar vooral een uniek cultureel element dat verbinding tussen mensen tot stand brengt. Het is de drager van verhalen van vroeger, van gebruiken, van waar we vandaan komen. Het versterkt het gevoel dat wij Limburgers samen iets delen dat groter is. Het Limburgs brengt ons samen en dat is nu meer nodig dan ooit.
En hoewel we daarna nog uren verder debatteerden over het vliegveld, energie infrastructuur, grondwaterheffingen en logistieke bedrijventerreinen, is dat gevoel toch wat ik aan het einde van de vergadermarathon meeneem naar de komende feestdagen. Soms lukt het wel om elkaar te vinden, zelfs over het hele politieke spectrum heen. Dus voor deze ene keer Veurzitter, ein vaer in de vot en kompleminte! Ut kump good.
Lianne Schuuring is ambtelijk secretaris van de Banning Vereniging en Statenlid namens de PvdA in Limburg